ALGERIJNSE CHEBEC

English version: click

Korte geschiedenis
Een chebec is een snel zeilschip dat thuishoorde in de Middellandse Zee. De eerste chebecs verschenen daar aan het einde van de 17e eeuw, de laatste verdwenen in de eerste helft van de 19e eeuw.
Het was een latijns getuigde driemaster met uitzonderlijk goede zeileigenschappen. Het werd intensief gebruikt door de barbarijse zeerovers, die ondermeer opereerden vanuit Algiers. Doordat het schip zo snel was kon het niet overmeesterd worden door oorlogsschepen van de landen die last hadden van de zeeroverij. Die landen gingen over tot het nabouwen van dit schip, zodat de zeerovers in feite bestreden werden met hun eigen schepen. Landen die dit op grotere schaal deden waren Frankrijk en Spanje

chebec

Een voorbeeld van een Spaanse chebec, getekend door een tijdgenoot. Afkomstig uit het werk: “Verzameling van alle soorten oorlogsschepen en koopvaardijschepen die op den Oceaan en in de Middellandsche Zee varen”. Het is een verzameling van 72 tekeningen. Getekend door Baugean, omstreeks 1820. Dit is één van de boeken waarin voor mij de meeste gegevens voor schepen uit die tijd te vinden zijn. Baugean was een tekenaar die alles zeer nauwkeurig kon weergeven, ieder lijntje van de tuigage zit op de juiste plaats! Hij had zelf op deze schepen gevaren en wist dus uit de eerste hand hoe de tuigage in elkaar stak. Alle zeilen worden aan hier stuurboordzijde gevoerd, de boegspriet heeft hier geen nut, maar kon in geval van een snelle achtervolging (of vlucht) nog voorzien worden van een kluiverzeil. Chebecs konden in geval van nood ook nog worden geroeid. De gaten waaruit de riemen staken zijn te zien tussen de geschutspoorten.


In de Middellandse Zee waren galeien de gebruikelijke oorlogsschepen van de omringende landen. Ze waren zeer kwetsbaar, slecht bestand tegen stormen en het waren bovendien slechte zeilers. Zeerovers, die hiermee ook opereerden, konden hiermee alleen op beperkte schaal successen behalen. Hun betekenis verminderde aanzienlijk naarmate dwarsgetuigde schepen steeds efficiënter, sneller en zwaarder bewapend werden. Er moest wel een schip komen dat die schepen het hoofd kon bieden. Dit schip werd uiteindelijk de chebec; een schip direct afgeleid van de galei maar met uitstekende zeileigenschappen en zwaar bewapend. Alles was gericht op offensieve kracht en snelheid.
Het model dat ik bouwde geeft de vroegste fase weer in de ontwikkeling. De romp heeft diverse kenmerken van een galei, die benut zijn om er toch een totaal ander schip van te maken. Latere chebecs, die door vooral Spanje en Frankrijk werden gebouwd, laten een iets andere rompvorm zien, terwijl de latijnse tuigage gelijk bleef. Kenmerkend voor de vroege chebecs waren het dek dat uit verscheidene niveaus bestond, de bewapening en de sterk overhellende boorden.

chebec chebec

chebec        galei

Rechts de rompdoorsnede van een galei, links die van een chebec. De roeibanken verdwenen, daarvoor in de plaats kwamen aparte dekken die gebouwd werden op de spanten die de verschansing ondersteunden. In feite kwamen er dus twee dekken boven elkaar. Bij latere typen verdween die constructie en werd één groot dek gemaakt.

chebec

De bijna rechthoekige vorm van het hoofddek is afgeleid van de galei. In plaats van kanonnen langs de boorden waren hier bij de galei de roeibanken. Twee kanonnen vuren naar voren (net als bij een galei). Deze twee verdwenen bij de latere bouwfasen van de chebec.

chebec

De bouw
De gegevens voor de bouw verkreeg ik uit verscheidene bronnen. De voornaamste waren de tekeningen uit het boek; “Die Schebecke und andere Schiffstypen des Mittelmeerraumes” van Wolfram Mondfeld (1974). Die heb ik voor een groot deel aangehouden aangevuld met de tekeningen van Chapman uit; “Architectura Navalis Mercatoria”. Chapman was in het begin van de 19e eeuw in de gelegenheid een ouder type chebec in zijn geheel op te meten. In feite is er weinig over dit schip bekend. Voor mij was het een langdurige, maar interessante, zoektocht om alle gegevens te verzamelen. Ongetwijfeld heb ik bij dit model een paar details mogelijk op onjuiste wijze opgelost, omdat ik beslissingen moest nemen op punten die ik nergens in de literatuur kon vinden.
De schaal waarop ik bouwde was 1 : 87, de bekende HO schaal. Het materiaal is in hoofdzaak perenhout. Alle onderdelen zijn door mij zelf gemaakt met uitzondering van de kanonslopen. Het model is niet geschilderd. De zeilen zijn van dun katoen.

chebec chebec

Tijdens de bouw. De omlijsting volgens details van toegangsdeuren in Tunis in het begin van de 17e eeuw. Rechts de bak met de houten boog waarop de roede lag als het schip stil lag.

chebec

De typische vorm van de chebec. Het achterste dek heeft een vloer van roosterluiken op draagbalken, en niet zoals vaak onjuist in modellen wordt aangetroffen: een rooster van verschansing tot verschansing.

chebec chebec chebec

De spiegel met een zeemonster zoals ik dat aantrof op een oude stadsplattegrond van Algiers. De onderkant met de roosterluiken en de versieringen onder de spiegel met ronde geschutspoorten.

chebec chebec

Het schip heeft achttien kanonnen. Twee 12-ponders op schuifaffuiten, veertien 6-ponders en twee 3-ponders.

chebec

De bemanning op HO schaal in de weer met vier 6-ponders.

chebec

Het galjoen met op de punt een wolvenkop. De twee 12-ponders onder de boog met hierop (tijdelijk) de roede van de fokkemast. Het galjoen dient enkel om de bemanning gelegenheid te geven om op de schuin staande roede van de fokkemast te klimmen om het zeil te reven of te bergen. Stagen of een boegspriet horen niet op deze vroege versie van de chebec.

chebec

Een chebec voerde vaak twee grote ankers en één kleine. Langs de mast de beide kardeelblokken voor het hijsen van de roede. Op het rek achter de mast de veertien roeiriemen.

chebec

De voet van de grote mast. Links de pompen met de zwengels los op het dek. Rechts de spil voor het hijsen van de roeden en de ankers. Verder twee watervaten waarvan een chebec er een groot aantal had (250 bemanningsleden op zo’n schip was geen uitzondering!).

chebec chebec

De roeden werden opgehesen door middel van een reep die geschoren was door een sleuf met schijf in de top van de mast. Op veel reeds bestaande modellen zijn nog meer touwen te zien die de roede verbinden met de masttop. Dit is onjuist, bij het omzetten van de roede zouden die touwen hopeloos in de knoop raken. Op tekeningen van Baugean komen die extra touwen ook nergens voor. Het model staat op messing ondersteuningen op een vlakke plaat bekleed met glanzend zwarte folie. Over het model staat inmiddels een glazen stofkap.

Nog een paar bronnen
Arne Zuidhoek; Zeerovers van de Gouden Eeuw (1967)
John Morrison; The Age of the Galley, Mediterranean Oared Vessels since the pre-calsssical Times (1995).
Wolfram Mondfeld; Die Galeere, vom Mittelalter bis zur Neuzeit (1977).
Opmetingstekeningen van chebecs zijn te vinden op de website van het scheepvaartmuseum in Madrid.
Chapman tekende bovendien de door de Fransen buitgemaakte chebec “Boberach”. Antoine en Francois Roux maakten zeer betrouwbare schilderijen van chebecs in het begin van de 19e eeuw.
Het sciencemuseum in Londen bezit een model van een vroege chebec gebouwd naar de tekeningen van Chapman (helaas met nogal wat onjuistheden in de tuigage en de plek van de roeiriemen)
Het Rijksmuseum bezit een groot model van een chebec. Het gaat hier om een zeer gedetailleerde romp met de masten, niet de tuigage. Kennelijk is het een laat model, erg lijkend op de chebecs die in het midden van de 18e eeuw werden gebouwd voor de Franse marine.

chebec