ALGERIJNSE CHEBEC
English version: click
Een voorbeeld van een Spaanse chebec, getekend door een tijdgenoot. Afkomstig uit het werk: “Verzameling van alle soorten oorlogsschepen en koopvaardijschepen die op den Oceaan en in de Middellandsche Zee varen”. Het is een verzameling van 72 tekeningen. Getekend door Baugean, omstreeks 1820. Dit is één van de boeken waarin voor mij de meeste gegevens voor schepen uit die tijd te vinden zijn. Baugean was een tekenaar die alles zeer nauwkeurig kon weergeven, ieder lijntje van de tuigage zit op de juiste plaats! Hij had zelf op deze schepen gevaren en wist dus uit de eerste hand hoe de tuigage in elkaar stak. Alle zeilen worden aan hier stuurboordzijde gevoerd, de boegspriet heeft hier geen nut, maar kon in geval van een snelle achtervolging (of vlucht) nog voorzien worden van een kluiverzeil. Chebecs konden in geval van nood ook nog worden geroeid. De gaten waaruit de riemen staken zijn te zien tussen de geschutspoorten.
In de Middellandse Zee waren galeien de gebruikelijke oorlogsschepen van de omringende landen.
Ze waren zeer kwetsbaar, slecht bestand tegen stormen en het waren bovendien slechte zeilers.
Zeerovers, die hiermee ook opereerden, konden hiermee alleen op beperkte schaal successen behalen.
Hun betekenis verminderde aanzienlijk naarmate dwarsgetuigde schepen steeds efficiënter, sneller
en zwaarder bewapend werden. Er moest wel een schip komen dat die schepen het hoofd kon bieden.
Dit schip werd uiteindelijk de chebec; een schip direct afgeleid van de galei maar met uitstekende
zeileigenschappen en zwaar bewapend. Alles was gericht op offensieve kracht en snelheid.
Het model dat ik bouwde geeft de vroegste fase weer in de ontwikkeling. De romp heeft diverse
kenmerken van een galei, die benut zijn om er toch een totaal ander schip van te maken. Latere
chebecs, die door vooral Spanje en Frankrijk werden gebouwd, laten een iets andere rompvorm zien,
terwijl de latijnse tuigage gelijk bleef.
Kenmerkend voor de vroege chebecs waren het dek dat uit verscheidene niveaus bestond, de
bewapening en de sterk overhellende boorden.
chebec galei
Rechts de rompdoorsnede van een galei, links die van een chebec. De roeibanken verdwenen, daarvoor in de plaats kwamen aparte dekken die gebouwd werden op de spanten die de verschansing ondersteunden. In feite kwamen er dus twee dekken boven elkaar. Bij latere typen verdween die constructie en werd één groot dek gemaakt.
De bijna rechthoekige vorm van het hoofddek is afgeleid van de galei. In plaats van kanonnen langs de boorden waren hier bij de galei de roeibanken. Twee kanonnen vuren naar voren (net als bij een galei). Deze twee verdwenen bij de latere bouwfasen van de chebec.
De bouw
De gegevens voor de bouw verkreeg ik uit verscheidene bronnen. De voornaamste waren de tekeningen uit
het boek; “Die Schebecke und andere Schiffstypen des Mittelmeerraumes” van Wolfram Mondfeld (1974).
Die heb ik voor een groot deel aangehouden aangevuld met de tekeningen van Chapman uit; “Architectura
Navalis Mercatoria”. Chapman was in het begin van de 19e eeuw in de gelegenheid een ouder type chebec
in zijn geheel op te meten. In feite is er weinig over dit schip bekend. Voor mij was het een langdurige,
maar interessante, zoektocht om alle gegevens te verzamelen. Ongetwijfeld heb ik bij dit model een paar
details mogelijk op onjuiste wijze opgelost, omdat ik beslissingen moest nemen op punten die ik nergens
in de literatuur kon vinden.
De schaal waarop ik bouwde was 1 : 87, de bekende HO schaal. Het materiaal is in hoofdzaak perenhout.
Alle onderdelen zijn door mij zelf gemaakt met uitzondering van de kanonslopen. Het model is niet
geschilderd. De zeilen zijn van dun katoen.
Tijdens de bouw. De omlijsting volgens details van toegangsdeuren in Tunis in het begin van de 17e eeuw. Rechts de bak met de houten boog waarop de roede lag als het schip stil lag.
De typische vorm van de chebec. Het achterste dek heeft een vloer van roosterluiken op draagbalken, en niet zoals vaak onjuist in modellen wordt aangetroffen: een rooster van verschansing tot verschansing.
De spiegel met een zeemonster zoals ik dat aantrof op een oude stadsplattegrond van Algiers. De onderkant met de roosterluiken en de versieringen onder de spiegel met ronde geschutspoorten.
Het schip heeft achttien kanonnen. Twee 12-ponders op schuifaffuiten, veertien 6-ponders en twee 3-ponders.
De bemanning op HO schaal in de weer met vier 6-ponders.
Het galjoen met op de punt een wolvenkop. De twee 12-ponders onder de boog met hierop (tijdelijk) de roede van de fokkemast. Het galjoen dient enkel om de bemanning gelegenheid te geven om op de schuin staande roede van de fokkemast te klimmen om het zeil te reven of te bergen. Stagen of een boegspriet horen niet op deze vroege versie van de chebec.
Een chebec voerde vaak twee grote ankers en één kleine. Langs de mast de beide kardeelblokken voor het hijsen van de roede. Op het rek achter de mast de veertien roeiriemen.
De voet van de grote mast. Links de pompen met de zwengels los op het dek. Rechts de spil voor het hijsen van de roeden en de ankers. Verder twee watervaten waarvan een chebec er een groot aantal had (250 bemanningsleden op zo’n schip was geen uitzondering!).
De roeden werden opgehesen door middel van een reep die geschoren was door een sleuf met schijf in de top van de mast. Op veel reeds bestaande modellen zijn nog meer touwen te zien die de roede verbinden met de masttop. Dit is onjuist, bij het omzetten van de roede zouden die touwen hopeloos in de knoop raken. Op tekeningen van Baugean komen die extra touwen ook nergens voor. Het model staat op messing ondersteuningen op een vlakke plaat bekleed met glanzend zwarte folie. Over het model staat inmiddels een glazen stofkap.
Nog een paar bronnen
Arne Zuidhoek; Zeerovers van de Gouden Eeuw (1967)
John Morrison; The Age of the Galley, Mediterranean Oared Vessels since the pre-calsssical Times (1995).
Wolfram Mondfeld; Die Galeere, vom Mittelalter bis zur Neuzeit (1977).
Opmetingstekeningen van chebecs zijn te vinden op de website van het scheepvaartmuseum in Madrid.
Chapman tekende bovendien de door de Fransen buitgemaakte chebec “Boberach”.
Antoine en Francois Roux maakten zeer betrouwbare schilderijen van chebecs in het begin van de 19e eeuw.
Het sciencemuseum in Londen bezit een model van een vroege chebec gebouwd naar de tekeningen van Chapman (helaas met nogal wat onjuistheden in de tuigage en de plek van de roeiriemen)
Het Rijksmuseum bezit een groot model van een chebec. Het gaat hier om een zeer gedetailleerde romp met de masten, niet de tuigage. Kennelijk is het een laat model, erg lijkend op de chebecs die in het midden van de 18e eeuw werden gebouwd voor de Franse marine.